In de EU staan op alle eieren een uniforme code. Deze code informeert de klanten vanwaar de eieren komen en hoe de kippen werden gehouden. Nieuwsgierig naar hoe u de code kunt ontcijferen? Lees dan zeker verder!
Hierboven ziet u een concreet voorbeeld van een code op een ei.
Is hij u ook al opgevallen? De code op uw ei bij het ontbijt? Deze combinatie van letters en cijfers heeft een heel speciale betekenis en geeft de consumenten veel informatie over de herkomst van een ei. We beginnen met het eerste cijfer voor het koppelteken. Dit cijfer beschrijft de houderijvorm van de legkippen. Met andere woorden: zijn de eieren afkomstig van “gelukkige kippen” uit biologische productie, vrije uitloop, scharrel of batterij.
De ei-code voor de houderijvorm
De verschillende houderijsystemen worden gekenmerkt en onderscheiden zich door de volgende factoren:
0 = Biologische productie
Bij de “biologische productie” mogen de legkippen niet in hokken worden gehouden. Bovendien moet de stal zitstokken hebben en voor minstens één derde zijn ingestrooid, met stro, houtspaanders of zand. Per stal mogen maximum 6 dieren per vierkante meter rondlopen. Bovendien moet elke kip over een vrije uitloop van 4 vierkante meter beschikken.
1 = Vrije uitloop
Bij de vrije uitloop hebben de kippen een stal met zitstokken, nesten en instrooiing en overdag een vrije uitloop. Elke kip moet minstens over 4 vierkante meter beschikken.
2 = Scharrel
Hier moet per 9 dieren een minimale oppervlakte van 1 vierkante meter ter beschikking staan. De kippen kunnen de eieren in nesten leggen die op meerdere verdiepingen zijn geplaatst. Bovendien moet minstens één derde van de stal zijn ingestrooid zodat de dieren kunnen scharrelen.
3 = Batterij
Sinds 2012 mogen legkippen in de EU alleen nog in zogenaamde ingerichte batterijen met minstens 750 cm² worden gehouden. Dit zijn kooien die over een nest, zitstokken en een instrooiing beschikken.
Landcode voor de herkomst
Aansluitend volgt een afkorting waarmee het EU-land van herkomst wordt geïdentificeerd. Dit is het land waarin het ei werd geproduceerd. Bijvoorbeeld:
- AT = Oostenrijk
- BE = België
- CZ = Tsjechië
- DE = Duitsland
- DK = Denemarken
- FR = Frankrijk
- NL = Nederland
- PL = Polen
Identificatie van het bedrijf
Elke EU-lidstaat heeft een systeem waarbij productiebedrijven een afzonderlijk nummer krijgen toegewezen. Dit bedrijfsnummer dient ervoor om, samen met het stalnummer (dit is het laatste cijfer), de herkomst van de verkoop tot aan de stal te kunnen traceren. Daarbij kunnen nog extra plaatsen worden toegevoegd om voorraden of stallen te identificeren.
Hebt u vragen of opmerkingen in verband met dit artikel? Schrijf ons! Reageer hieronder of discussieer met ons op Facebook.